Mensen van waarde

Het diaconale project ‘Uitzicht door inzet’

Projectmedewerker Ad van Loveren [Fotograaf: onbekend]

Sociaal Pastoraal Beraad Bisdom Breda: Albert Slaats, Henk Kampert, Ab Kerssies, Ad van Loveren, Peter Osendarp

In april 2014 krijgen ruim 1.200 medewerkers van de sigarettenfabriek Philip Morris in Bergen op Zoom ontslag aangezegd. Al snel komt het bisdom Breda met een verrassende reactie. Het Sint Franciscuscentrum zet een tweejarig diaconaal project op ter ondersteuning van deze baanloos geworden mensen. Het krijgt de naam ‘Uitzicht door inzet’. Als projectmedewerker wordt eind 2014 Ad van Loveren aangetrokken, een ervaren basispastor.

Het doel is om ‘betrekkingen tussen baanlozen onderling en parochianen te stimuleren, zodat zij een nieuw perspectief kunnen ontwikkelen door actieve inzet voor elkaar’. Het bisdom voegt daaraan toe dat het wil ‘onderzoeken hoe deze baanlozen vanuit de parochie ondersteund kunnen worden om hun zelfrespect te behouden of te hervinden’.
Voordat Ad van Loveren in Bergen op Zoom begint, stelt hij vast dat de projectbeschrijving vaagheden bevat. Daardoor is onhelder op wie en wat hij zich moet richten. Wat wordt verstaan onder ‘kerk’, wanneer het bisdom zegt: ‘wat kunnen we als kerk voor baanloze mensen betekenen?’. Is het niet zo dat zowel parochianen als niet-parochianen baanloos kunnen worden? En als het bisdom wil dat het project wordt overgedragen aan ‘de parochie’, wie is daarmee dan bedoeld? Nog voor de start wordt besloten om het project aan te merken als pioniersplek. Maar daarmee zijn de vaagheden niet verdwenen…

Aan de slag

Na enkele maanden stoot Ad op een tweede handicap. Het bisdom heeft in zijn projectopzet kennelijk geen rekening gehouden met twee algemeen bekende feiten. De meeste baanlozen hebben geen band (meer) met de parochie en verwachten er niets van met betrekking tot hun baanloosheid. Als tweede heeft het parochiekader nauwelijks iets met baanlozen. Dat kader zit evenmin te wachten op meer werk waarmee het – naar verwachting – door dit project ongevraagd zal worden opgezadeld. Krijg je twee zulke onwillige genodigden ooit bij elkaar?
Na rijp beraad kiest Ad ervoor om voorlopig de parochie de parochie te laten en simpelweg baanlozen te gaan (op)zoeken, parochiaan of niet. Dat doet hij rechtstreeks én via mensen die hem met baanlozen en hun leefwereld in contact kunnen brengen: sociaal bewogen parochianen, maatschappelijke sleutelfiguren, professionele hulpverleners. Het levert hem meteen goodwill op, maar nog weinig zicht op het realiseren van wat hem voor ogen staat: het opzetten van activiteiten waarmee betrekkingen tussen mensen kunnen worden op- en uitgebouwd.

Bijeenkomst van de Vuurtorengroep op 12 april 2018 in Bergen op Zoom [Fotograaf: Ad van Loveren]

Na een jaar pionieren begint er perspectief te komen dank zij twee actieve parochianen. Ad is met hen in contact gekomen via een parochiepastor. Deze parochianen verzorgen een maandelijks wijkgebed in het stadsdeel waar Ad actief is. Eén van hen is ook oud-medewerker van Philip Morris. Die kent weer een ontslagen oud-collega met wie Ad eind 2015 kennis maakte. Hij is geen parochiaan, maar na zijn ontslag vrijwilliger geworden in de buurthuiskamer. Met die drie mannen gaat Ad proberen om baanloze mensen en andere geïnteresseerden bij elkaar te brengen. Nu, twee jaar later, is er ‘De Vuurtoren’, een laagdrempelige ontmoetingsgroep van vijftien tot twintig mensen. Elke donderdagmiddag komen ze bij elkaar in het wijkcentrum. Een bont gezelschap van baanlozen en werkenden, parochianen en niet-parochianen.
Afgezet tegen het projectresultaat dat het bisdom beoogde, is dat een bescheiden aanzet. Maar wel met een ‘rijke bijvangst’ aan ervaringen en aan beweging, bij zowel de deelnemers aan de ontmoetingsgroep als de ‘kartrekkers’ en de projectmedewerker. In zijn verslagen gaat Ad daarop uitvoerig in. In dit artikel staan we er kort bij stil.

Verliezers komen in beweging

Van de mensen die Ad door zijn systematische contacten steeds beter in beeld krijgt, behoren er velen tot de ‘verliezers’. Mensen die hun baan, hun relatie, hun kerkgebouw, hun geloof zijn kwijtgeraakt. Het valt hem op hoe sterk die verlieservaring met name is bij mensen die hun baan zijn kwijtgeraakt. Zij hebben het gevoel dat zij in een andere, vreemde wereld terecht gekomen zijn. Hun bestaanszekerheid is sterk gedaald. Ze voelen zich onverwacht kwetsbaar, omdat ook hun zelfrespect wordt aangetast. Daarnaast hebben ze vaak andere problemen, o.a. met gezondheid, relaties, huisvesting, schulden. Vanwege hun situatie krijgen ze te maken met uiteenlopende instanties, die vaak alleen digitaal bereikbaar zijn. Als gevolg daarvan voelen velen zich ontmenselijkt, gereduceerd tot een geval. Hun sociale contacten nemen af. Ad treft bij veel ‘verliezers’ een diep verlangen aan, een behoefte aan zin en aan het behouden of hervinden van hun waardigheid. Via een ontmoeting met hem of in de groep krijgen zij een kans om weer op (hun levens)verhaal te komen. Samen komen deze vastgelopen mensen langzaam weer in beweging.

Kartrekkers komen los

Twee van de ‘kartrekkers’ maken een hele ontwikkeling door. In de eerste ontmoeting stellen ze zich voor als ‘kerkmensen’. Betrokken parochianen die vanuit het pijnlijk gevoelde verlies van hun vertrouwde kerkgelegenheid een eigen gebedsbijeenkomst organiseren. Door hun contact met Ad groeien zij uit tot ‘kerk-en-samenlevingsmensen’. Vanuit hun geloofsinspiratie richten ze zich op eigen kracht, niet gestuurd door een kerkelijke leiding, op het zinvol ontmoeten van medemensen – wie dan ook. Samen met de ontslagen medewerker van Philip Morris bouwen zij ‘De Vuurtoren’ uit tot een ‘zelfdragende’ groep. Een van hen verwoordt die ontwikkeling aldus: ‘Wíj gaan het doen, op onze eigen manier’.

Pastor bekeert zich

De meest verrassende beweging zien we bij Ad zelf. Hij ging het project in als een ervaren parochiemanager. Maar één die heel goed besefte dat hij die rol helemaal los moest laten. Meegaan in de oorspronkelijke intenties van bisdom en parochie (= voor baanlozen) zou hem op het verkeerde been zetten. Daarom kiest hij zijn eigen aanpak (= met en door baanlozen). Die aanpak bevat meerdere ’speerpunten’:
Hij gaat niet voor een ‘aanbod gestuurde’ en zaakgerichte benadering, zoals die doorgaans wordt toegepast door het parochiekader. Hij kiest voor een ‘vraag gestuurde’ en relatiegerichte aanpak. In zijn visie bestaat kerk-zijn niet in een beweging van binnen naar buiten, vanuit het centrum naar (en misschien net over) de rand, maar van buiten naar binnen. Het bisdom had voor het project als uitgangspunt gekozen: ‘wij (kerk) doen goed aan jullie (baanlozen)’. In zijn contacten draait Ad dat om: jullie (baanlozen) doen goed aan mij (vertegenwoordiger van de kerk).
Hij kiest uitdrukkelijk voor de ‘presentiemethode’. Dat betekent mensen opzoeken, thuis en in buurtgelegenheden waar ze te vinden zijn. Afchecken of hij welkom is, en dan aanschuiven als ‘gast’. En blijven komen, zonder agenda. Bij groepsgewijze contacten begint hij met zich op te stellen als leerling. Vanuit die positie gaat hij mee op weg, niet sturend maar volgend, in het tempo van de groep, evenveel ontvangend als gevend.
Zodra mensen merken dat hij beschikbaar is, met zijn tijd en aandacht, kan het een volgende stap zijn om de vraag te stellen die Jezus van Nazareth stelde aan de blinde Bartimeüs: ‘wat wil je dat ik voor je doe?’.

Presentie aanpak moet je leren

Deze aanpak komt Ad niet aangewaaid. Hij had er zich al op georiënteerd in zijn vorige functie, maar ervaart nu dat het hem in de praktijk veel moeite kost. Hij voelt de afstand tussen hem als academisch gevormde professional en veel van de mensen die hij ontmoet. Hij merkt hoe hij zijn tempo moet aanpassen. Hij beseft ook vanaf het begin dat hij advies en begeleiding kan gebruiken. Bij de start van het project vraagt hij oud-arbeidspastor Henk Kampert om mee te doen aan de begeleidingsgroep. Daarin zitten ook drie mensen van het Sint Franciscuscentrum. Via Henk Kampert maakt hij contact met het Sociaal Pastoraal Beraad, een bezinningsgroepje van vier oud-arbeidspastores van het bisdom Breda. In hun bijeenkomsten functioneren zij voor hem als klankbordgroep. Het meest ingrijpend is de supervisie die hij ontvangt vanuit het Rotterdamse trainingscentrum voor buurtpastoraat Kor Schippers. Daardoor leert hij om als pastor een ‘andere rompstand’ aan te nemen. Maar ook dat hij de rol van ‘licht van de wereld’ beter aan de Christusfiguur kan overlaten, al heet de groep in Bergen op Zoom ‘De Vuurtoren’. Bovendien ontdekt hij hoe belangrijk het is om, in de gesprekken die hij met mensen voert over hun levensgeschiedenis, ook zijn eigen biografie ‘mee te nemen’, inclusief de verlieservaringen.
Dat hij goed gekozen had met zijn aanpak, wist hij toen één van de kartrekkers tegen hem zei: ‘jij bent er één van ons geworden.’ Er toe bekeerd om zich door mensen te laten roepen, beseft Ad dat hij in feite aan het werken is met een ander kerkmodel. Een kerk die ontstaat in het meegaan met mensen, uitgaande van de vraag die Jezus stelde aan de blinde. Zo’n kerk kan niet anders dan primair diaconaal zijn.

Kerkmisser?

Wellicht droomde het bisdom dat het baanlozenproject ‘Uitzicht door inzet’ een forse vitaminestoot zou geven aan de Lievevrouweparochie in Bergen op Zoom. Immers, in de eerste opzet zouden baanlozen, na herwinning van hun zelfrespect, kunnen toestromen als nieuwe, gemotiveerde kerkvrijwilligers. Van een dergelijke win-winsituatie is niets terechtgekomen. Het parochiekader heeft het project van meet af aan op afstand gehouden, bang voor meer werk en voor ondermijning van de nieuwe, broze fusieparochie. Pas op aandringen van het bisdom vond er bijna een jaar na afloop een gesprek plaats tussen het pastoresteam en de projectmedewerker, met uiteraard veel, maar tot niets verplichtende en niet meer ter zake doende waardering voor het gedane werk.
De rol van het bisdom was eerder zoekend dan leidend. Het leek overrompelt door de brede kloof tussen projectverwachting en werkelijkheid, tussen vraag en aanbod. Letterlijk wereldvreemd. Ideeën over uit- of doorwerking ontbraken nagenoeg. Toen het project stopte, heeft het Sint Franciscuscentrum bij wijze van afronding twee film- en gespreksavonden georganiseerd over baanloosheid. Uitgangspunt was de film ‘I Daniel Blake’ van de Engelse regisseur Ken Loach (een aanrader!). Er komen twee handreikingen beschikbaar, die de Ad van Loveren heeft geschreven over omgaan met baanloosheid. Is een conclusie dat de kerk een krachtig diaconaal initiatief heeft gemist, en het project een betrokken kerk? Of erger: juist niet gemist?

Sociaal-Pastoraal nawoord

In de ogen van ons Sociaal Pastoraal Beraad is dit project zeer geslaagd. Want de projectmedewerker heeft iets anders gedaan dan er in het kader van de doelstelling van hem werd verwacht. Hij heeft een stukje sociaal pastoraat opgepakt, pastoraat dat vertrekt vanuit de leefwereld van mensen. Daarmee heeft hij een aanpak gekozen, die ook op meerdere plaatsen in Nederland wordt toegepast (o.a. het Annahuis in Breda). Die aanpak is ook in het bisdom Breda jarenlang gepraktiseerd, totdat het arbeidspastoraat werd weggesaneerd. Nu staat die aanpak weer op de rol, dankzij datzelfde bisdom dat dit project opzette maar deze ontwikkeling zeker niet voor ogen had. Wat in Bergen op Zoom is gestart, gaat nog altijd door. Dat is hoopvol, zelfs als het onverhoopt ooit stopt.
Ons Sociaal Pastoraal Beraad heeft het als kleine bezinningsgroep gewaagd om landelijk aandacht te vragen voor dit project. De ervaringen van dit project worden door de handreikingen op een uitstekende manier toegankelijk gemaakt voor mensen die diaconaal actief zijn, beroepskracht of niet. Zij kunnen er informatie en inspiratie in vinden. De handreikingen verdienen daarom brede aandacht.
Uit de zoekende tot gereserveerde houding van het kerkelijke beleidskader blijkt dat men absoluut niet op de hoogte is van of belangstelling heeft voor de betekenis van sociaal en/of diaconaal pastoraat. Ook de recente, rijk gedocumenteerde praktijk van dit werk (denk aan de Dienst in de Industriële Samenleving vanwege de Kerken of het Trainingscentrum Kor Schippers) lijkt men niet te kennen of de moeite waard te vinden.
De wijze waarop de betreffende parochie dit project heeft afgehouden, is symptomatisch voor het heersende denken in de Nederlandse katholieke kerk. Alles draait om de parochie (organisatie), met de eucharistie als centrum van kerkelijk leven. Buiten de parochie geen heil. En er moet en zal gevierd worden, al weet niemand meer wat er eigenlijk te vieren valt. Diaconie wordt gezien als hoogstens een afgeleide van dit vieren.
Als klankbordgroepje hebben wij in onze gesprekken met Ad zijn ervaringen en zijn ontwikkeling in pastoraal denken en doen van zó dichtbij kunnen volgen dat zijn project ook een beetje ons project is geworden. Onze scepsis bij het project en de projectopzet is veranderd in enthousiast meedenken met een pastor die wij zagen omkeren van structuren naar mensen. Wij vinden dat hier een kleine en positief bedoelde variant op een bekende Bijbeltekst op zijn plaats is: “Ik zeg u: zo zal er in de hemel méér vreugde zijn over één pastor die zich bekeert dan over negenennegentig baanlozen die geen bekering nodig hebben” (Luc. 15,7).


Klik hier voor de Handreiking Uitzicht door Inzet – parochianen (1 mei 2018)
Klik hier voor de Handreiking Uitzicht door Inzet – beroepskrachten (1 mei 2018)

Voor contact met de Sociaal Pastoraal Beraad: awpaslaats@hotmail.com

Dit artikel is gepubliceerd in Diakonie & Parochie 31(2018)2, pag. 30-33.